1 |
leenIn de middeleeuwen kregen ridders leen als ze goed hun best deden
|
2 |
leeneen stuk grond, een ambt of een recht dat iemand aan een ander in bruikleen heeft gegeven
|
3 |
leenEen leen was een gift van een leenheer aan een leenman. Aanvankelijk werd dit beneficium genoemd, vanaf de tiende eeuw feodum. Dit kon land zijn, maar ook een ambt of geldelijke inkomsten. In de ruile [..]
|
4 |
leen
|
5 |
leenhet leen kon bestaan uit bezit, (te leen) van een onroerend goed, een bevoegdheid, aandeel in de opbrengst, een stuk grond van uiteenlopende uitgestrektheid, ambten, cijnzen, tolrechten, een jaarlijks geldelijk inkomen
|
6 |
leenLeen is een Nederlandse jongensnaam en betekent "de stralende, Zo sterk als een leeuw". De naam stamt af van Leonhard. Op betekenis-babynamen.nl hebben 12 Leen's hun eigen naam gewaardeerd met 4.5 [..]
|
7 |
leenLeen is zowel een jongens- als meisjesnaam.
Als jongensnaam is het een afleiding van de Germaanse naam Leonhard. Het eerste deel van de naam was waarschijnlijk lewa-, wat "genadig" betekent; dit werd [..]
|
8 |
leenhet leen kon bestaan uit bezit, (te leen) van een onroerend goed, een bevoegdheid, aandeel in de opbrengst, een stuk grond van uiteenlopende uitgestrektheid, ambten, cijnzen, tolrechten, een jaarlijks geldelijk inkomen
|
9 |
leenhet leen kon bestaan uit bezit, (te leen) van een onroerend goed, een bevoegdheid, aandeel in de opbrengst, een stuk grond van uiteenlopende uitgestrektheid, ambten, cijnzen, tolrechten, een jaarlijks geldelijk inkomen
|
10 |
leenhet leen kon bestaan uit bezit, (te leen) van een onroerend goed, een bevoegdheid, aandeel in de opbrengst, een stuk grond van uiteenlopende uitgestrektheid, ambten, cijnzen, tolrechten, een jaarlijks geldelijk inkomen
|
11 |
leenEen stuk land, een kasteel, een positie of dergelijke, dat of die door de landsheer onder zekere voorwaarden aan een leenman werd opgedragen.
|
12 |
leencool, een meisje dat alles aan kon en dat veel te zeggen had dus ze is super goed en kei mooi en lief
|
13 |
leenLeen, o. (B.m. en o.), (-en), goed (grondbezitting enz.) dat aan een ander ter leen gegeven is; leening, ter leen verstrekte geldsom; te - geven, krijgen, ontvangen, vragen, hebben; te - gaan of houde [..]
|
<< leemte | Leena >> |