1 |
face”Face publiek”, naar het publiek gedraaid.
|
2 |
face
|
3 |
faceto-face contacten - als er sprake is dat je de 'klant' persoonlijk moet spreken
|
4 |
facezijde van een bastion of punt naar buiten, van de stad af gekeerd [ook: faas; zie ook: flank].
|
5 |
facenaar buiten gerichte schuine zijde van een bastion, ravelijn, flèche, redan of lunet
|
6 |
faceEen face (uitspraak op zijn Frans: fás) is de schuine, naar buiten gerichte zijde van een bastion, lunet of ravelijn. Facen komen samen in de meest naar buiten gerichte punt (saillant) van het werk.
[..]
|
7 |
faceDe naar buiten gerichte schuine zijde van een bastion, ravelijn, flèche, redan of lunet. Synonyms: faces
|
8 |
faceIn voorbereiding.
|
9 |
faceDe bal spelen over een rand (face) (van een hindernis). [Henderson & Stirk : 326]
|
10 |
faceHet slagvlak. [Henderson & Stirk : 326]
|
11 |
face[ahn fahss] Opposite (the audience); facing the audience.
|
12 |
facegrensvlak
|
13 |
faceWand
|
14 |
facenaar buiten gerichte schuine zijde van een bastion, lunet, redan of ravelijn.
|
15 |
faceSchuin, naar buiten gericht deel van bastion, lunet of ravelijn.
|
<< façade | facelift >> |