1 |
evenveelEvenveel, bijw. ieder krijgt -, (een gelijk getal); het is mij -, (onverschillig). *...WEL, bijw. echter, nogtans. *...WAARDIG, bn. -LIJK, bijw. van gelijke waarde. *...WAARDIGHEID, v. equivalent. *.. [..]
|
2 |
evenveelRangtelwoord
evenveel
|
<< eventueel | evenwel >> |