1 |
eenveerdichgelijk, b.v. met de zelfde straf te bestraffen
|
2 |
eenveerdichgelijk, b.v. met de zelfde straf te bestraffen
|
3 |
eenveerdichgelijk, b.v. met de zelfde straf te bestraffen
|
4 |
eenveerdichgelijk, b.v. met de zelfde straf te bestraffen
|
<< eentje | eenvoud >> |