1 |
durenregelmatig werkwoord - tijd in beslag nemen Voorbeeld: di [..]
|
2 |
durenDuren, ow. gel. (ik duurde, heb geduurd), onveranderd zijn, - blijven, van duur zijn; aanhouden, het gesprek duurt lang; niets duurt hier op aarde; uithouden; hij kan het hier niet -; goed blijven, ku [..]
|
3 |
duren ( onovergankelijk ) een bepaalde tijd in beslag nemen
De kerkdienst duurde vrij lang deze zondag.
|
<< duivel | dubbelbinders >> |