1 |
dunkDunk, m. gmv. meening; ik heb er geen grooten - van. *-EN, ow. meest. onp. w. onr. (mij dunkt, mij dacht), eene meening hebben (over iets), wat dunkt u er van? zie DENKEN.
|
2 |
dunkEen hard geslagen putt die met grote vaart in de hole verdwijnt. 'Dat is geen putten wat jij doet, dat is dunken'.
|
3 |
dunkHet van een korte afstand de bal springend de basket in 'slaan'. Andere termen zijn flush, jam, slam, slam-dunk en stuff.
|
4 |
dunkJe bal in het water slaan.
|
<< duizelen | duomoeder >> |