1 |
dirkenEen behoefte doen (poepen plassen) Voorbeeld: Ik moet even dirken. Ik moet even plassen/poepen/naar het toilet
|
2 |
dirkenEen behoefte doen/naar het toilet gaan Poepen plassen kakken pissen Dirken is een zelfstandig naamwoord en geen werkwoord dus je kan niet ik dirk zeggen, je kan het alleen als dirken gebruiken en ik dirken is geen goede zin dus let goed op je spelling anders klopt je zin niet! Ik ga even dirken Ik ga even naar het toilet
|
3 |
dirkenDe giek van een zeilschip ophijsen.zodat het zeil makkelijker gehesen kan worden bij een platbodem. De dirk loopt van het einde van de giek via de mast naar een klamp waar de dirk op belegd kan worden
|
4 |
dirkenmooier maken (Nederlandse vertaling van ‘pimpen’).
|
<< diplococcus | discutabel >> |