1 |
beneficiumEen goed (grond), dat de koning schonk aan zijn dienaren als leengoed. Een dergelijk goed bleef van de koning.
|
2 |
beneficium
|
3 |
beneficiumEen niet-erfelijk leengoed, verkregen als beloning voor verrichte of nog te verrichten (krijgs)diensten.
|
4 |
beneficiumweldaad, (voor)recht, beneficie (inkomen van een geestelijke), ambt
|
<< benes | benedictio >> |