1 |
auditorz.nw. doorlichter, inspecteur, controleur
|
2 |
auditorEngels voor accountant.
|
3 |
auditor ( beroep ) accountant , boekhouder
|
4 |
auditortoehoorder, scholier, student
|
5 |
auditoreen persoon die een vorm van controle uitvoert op een model studie.
|
6 |
auditortoehoorder, scholier, student
|
7 |
auditortoehoorder, scholier, student
|
8 |
auditortoehoorder, scholier, student
|
9 |
auditortoehoorder, scholier, student
|
10 |
auditoriemand die opgeleid en bevoegd is om Dianetics en Scientology auditing toe te passen op mensen ten behoeve van hun vooruitgang. Het woord komt van het Latijnse audire, wat “luisteren” betekent. Zie ook processing in deze Verklarende Woordenlijst.
|
<< auditing | audits >> |