1 |
aanzeggen ( ditransitief ) iemand iets enigszins plechtig laten weten
Zij hebben aangezegd gekregen dat zij niet langer welkom waren.
|
2 |
aanzeggenAanzeggen is het berichten aan de koper, dat de door hem/haar op termijn gekochte goederen in ontvangst moeten worden genomen.
|
3 |
aanzeggenin de Nederlandse taal betekent aanzeggen dat men iets op plechtige wijze laat weten of bekend maakt. In funeraire zin gaat het om de mededeling dat er een sterfgeval is. Het aanzeggen van de dood is een oud gebruik dat op het platteland vaak door de buren werd vervuld. Na het kisten van de dode en het luiden van de klokken dienden de mannen de dod [..]
|
4 |
aanzeggenGebruik maken van het putoptierecht, dus het recht om
de onderliggende waarde te verkopen tegen de uitoefenprijs . Zie ook aanwijzing
|
<< aanval | aanvallen >> |