1 |
aandoenonregelmatig werkwoord - een kledingstuk om je heen doen [..]
|
2 |
aandoen
|
3 |
aandoenAandoen, bw. onr. (ik deed aan, heb aangedaan), aantrekken, zich bekleeden met; (zeew.) in eene haven binnenvallen; landen; aantasten, aanranden; (fig.) schokken, gevoelig maken, treffen; veroorzaken [..]
|
<< aandikken | aandoener >> |