1 |
Offererenaanbieden, toedienen
|
2 |
Offererenaanbieden, toedienen
|
3 |
Offererenaanbieden, toedienen
|
4 |
Offererenaanbieden, toedienen
|
5 |
OffererenLet op: Spelling van 1858 Offreren, aanbieden; offeren. Offerte, aanbod, voorslag; ook misofferande, in de Roomsche kerk. OffertoriĆ¼m, Lat., offertoire, Fr., het offergeld, hetwelk den offerdienaren op het altaar pleegt geƶfferd te worden; ook het vers, dat voor het offeren gezongen wordt, offergebed in de mis
|
<< offeren | Officier >> |