1 |
Mardijkerdagloner, los werkman in N.O.I.
|
2 |
Mardijkeroorspronkelijk vrije inlander, wonend buiten zijn eigen stamland; ook vrijgelaten slaaf en zijn afstammelingen. Daar voor vrijlating allereerst de christenslaven in aanmerking moesten komen, wordt mardijker herhaaldelijk gebruikt in de betekenis: inlands christen. Maleis merdika = vrij. Zie Valentijn IIa, blz. 256, en vooral De Haan, Oud-Batavia I, [..]
|
3 |
Mardijkerdagloner, los werkman in N.O.I.
|
4 |
Mardijkerdagloner, los werkman in N.O.I.
|
<< Mardi | Mardon >> |