1 |
Ascetenmeervoud van het zelfstandig naamwoord asceet
|
2 |
AscetenLet op: Spelling van 1858 Asketen, aandachtigen, bijzonder godsdienstigen. Ascetica, ascetiek, oefening der godzaligheid; deugdoefenings- of vroomheidsleer. Asceticus, een stichtelijk schrijver. Ascetisch, stichtelijk
|
<< ascese | astronoom >> |