1 |
zeelt ( vissen ) ( Tinca tinca ) een vis, behorend tot de karperachtigen
Hij ving een zeelt .
|
2 |
zeeltDe zeelt (Tinca tinca), ook gekend onder de naam louw, is een vis, die tot de karperachtigen behoort en tot ca 70 cm lang kan worden.
|
3 |
zeeltZeelt De zeelt is donkergroen tot zwart van boven en bronskleurig van onder. De vis heeft een hoge rug, kleine schubben en een bijzonder slijmige huid. Met zijn tastharen waarmee hij de bodem afvoelt zoekt de zeelt vooral `s nachts naar voedsel. De ogen spelen dus niet zo`n grote rol en zijn daarom klein. Het voedsel bestaat uit slakjes, watervlooien, kreeftachtigen en muggenlarven. Daarnaast eet de vis ook delen van planten, algen en detritus. De paaitijd van de vis is laat, vanaf eind mei bij een watertemperatuur van boven de 18 graden Celsius. De eitjes worden op planten afgezet. De zeelt komt in heel Nederland voor stilstaand en langzaam stromend water. Zijn verdere verspreiding is Noordwest-Europa en in Azië tot aan het Bailkalmeer. In Amerika is de vis geïntroduceerd. De vis is na 3 tot 4 jaar geslachtsrijp bij een lengte van 9,5 (mannetjes) en 12,5 centimeter (vrouwtjes). Namen: Ned: Zeelt Lat: Tinca tinca Dui: Schleie
|
<< zeeloods | zeesluis >> |