1 |
winkelenregelmatig werkwoord - winkels bezoeken om rond te kijken en [..]
|
2 |
winkelenvan winkel tot winkel gaan en inkopen doen
Ze winkelden de hele middag en kwamen voldaan en beladen met allerlei nieuwe kleren weer thuis.
|
3 |
winkelenShoppen
|
4 |
winkelen(engels: shopping) Het zoeken naar of bekijken van handelswaar of bezittingen die te koop worden aangeboden, vooral maar niet alleen door winkels te bezoeken.
|
<< winkeldiefstal | wisselspanning >> |