1 |
walenWalen, ow. gel. (ik waalde, heb gewaald), (zeew.) draaijen; ongestadig zijn; eene -de kompasnaald, die zeer langzaam hare rigting neemt. *-, v. mv. stilstaand water. *-DISTEL, m. (-s), soort gewas.
|
2 |
walenWalen (Frans: Wallons, Duits: Wallonen, Waals: Walons) zijn inwoners van Walloniƫ. In principe spreken Walen Frans of, in het geval van leden van de Duitstalige Gemeenschap, Duits. Soms spreken zij oo [..]
|
3 |
walenklinkers, straatstenen. Walen of Waaltjes zijn 5-duimers van ongeveer 20 cm lang, 5 cm breed en 8 cm hoog. Er gaan zo’n 88 – 95 waaltjes in een vierkante meter.
|
4 |
walenmeervoud van het zelfstandig naamwoord Waal
|
5 |
walenvan de moesson: het kenteren. Een wael is volgens Verdam-Verwijs een breuk, een scheur in de dijk.
|
6 |
walenZodoende kun je ook de naam van de plaats Waalwijk verklaren!
|
<< walemeet | warmtewisselaar >> |