1 |
trouwenHet één worden van vrouw en man. Zo beschrijf ik het. Trouwen met de persoon waarvan je het meest houdt, liefhebt, mag en wil… (zov: ja ik wil)
|
2 |
trouwenregelmatig werkwoord - iemand tot je wettige echtgenoot neme [..]
|
3 |
trouwenhet aangaan van een officiƫle verplichting tussen twee personen om voor elkaar te zorgen
Op 3 juli ga ik trouwen met mijn vriendin.
|
4 |
trouwenBruiloft vieren, Een huwelijk sluiten, Huwen, In de echt verbonden worden, In het huwelijk treden
|
<< trainingssubsidies | tropisch >> |