1 |
tellenBevatten, Hebben, Omvatten; Numereren, Nummeren; Aftellen, Berekenen, Uittellen; Meerekenen, Meetellen, Van invloed zijn
|
2 |
tellenTellen is het vaststellen van het precieze aantal van een hoeveelheid objecten door het opnoemen van de telwoorden en achtereenvolgens de objecten aan de telwoorden te koppelen. Het telwoord dat bij h [..]
|
3 |
tellenhet exact bepalen hoeveel individuen er in een populatie voorkomen
|
4 |
tellenTellen, bw. gel. (ik telde, heb geteld), op-, bij elk. -, te zamen (rekenen, nagaan hoeveel er zijn; rekenen, aannemen te behooren, ik tel u onder mijne vrienden; daar staat hij als of hij geen drie k [..]
|
5 |
tellenregelmatig werkwoord - opeenvolgende getallen opsommen Vo [..]
|
6 |
tellen
|
7 |
tellenMu ('Mu') Nul, LeegĀ
|
8 |
tellen(engels: counting) Het opsommen van de afzonderlijke eenheden die samen een groep vormen om het totale aantal eenheden waaruit die groep bestaat, te kunnen vaststellen.
|
<< Telepathie | Telkens >> |