1. |
speekselvocht dat in de mond vloeit uit de speekselklieren Speeksel wordt gemaakt in de speekselklieren.
|
2. |
SpeekselKwat, Kwijl, Spog, Spuug, Zever
|
3. |
SpeekselSpeeksel (Latijn: phlegma; in oude uitdrukkingen: fluim) is een vloeistof die in de mond aangemaakt wordt door de speekselklieren. De vloeistof bestaat uit water, elektrolyten, slijm (mucines), verschillende enzymen, eiwitten en antistoffen. Speeksel kan twee verschillende structuren hebben. Waterig [..]
|
4. |
speekselspeeksel zn. ‘mondvocht’ Mnl. eerst specle ‘speeksel’ [1240; VMNW] en spekele ‘id.’ [1291-1300; VMNW], dan speecsel ‘mondvocht’ in Dat die mont geeft vele speecsels [1351; MNW]. Ontstaan door suffixsubstitutie uit ouder spekel, naar analogie van andere woorden met → -sel met een ve [..]
|
5. |
SpeekselSpeeksel, o. gmv. spog, kwijl. *-ACHTIG, bn. (-er, -st). *-KLIER, v. (-en). *-KUUR, v. (...uren), genezing door middel van speeksel. *-VISCH, m. (...sschen), slijmvisch. *-VLOED, m. uitvloeijing van het speeksel. *-WORTEL, m. (-s), (plant.) wegbree.
|
6. |
speekselsaliva, sialon; klier, glandula salivalis; steen, sialoliet; vloed, verhoogde speekselafscheiding.
|
7. |
speeksel(engels: saliva) Stroperige, kleurloze, enigszins glanzende afscheiding die meestal enigszins reageert als een base; bevat water, slijmstoffen, proteïne, zouten en vaak ook zetmeelafbrekende enzymen.
|
<< Spania | Spanjaarden >> |