1 |
slijtenIn het gebruik langzaam kapot gaan of minder worden
|
2 |
slijtenonregelmatig werkwoord - in het gebruik langzaam kapot gaan [..]
|
3 |
slijtenAfdragen, Afschavelen, Afslijten, Opraken, Verbruiken, Vergaan, Verslijten, Verteren; Doorbrengen; Van de hand doen, Verkopen
|
4 |
slijtenSlijten, bw. ow. ong. (ik sleet, heb of ben gesleten), door het gebruik kaal worden of doen worden (van kleêren), afnemen; verslijten, afslijten; door gebruik in kracht of in waarde verminderen;
|
5 |
slijten
|
6 |
slijtenSlijten kan verwijzen naar:
Slijtage, het (langzaam) kapotgaan of eroderen van materiaal
Slijter, een handelaar
|
<< slijmbeurzen | slijtage >> |