1 |
sjouwenlopen met een zware lading
Hij liep met zakken aardappelen te sjouwen .
|
2 |
sjouwenTorsen, Zeulen; Lanterfanten, Ronddwalen, Rondlopen, Rondslenteren; Boemelen, Nachtbraken, Pierewaaien, Zwieren
|
3 |
sjouwenLopen met een zware lading Hij liep met zakken aardappelen te sjouwen
|
4 |
sjouwenseinen vanaf een schip. `Wij sjouwden om loodsen' (Valentijn, Eerste uyt- en thuysreize).
|
<< Sjoke | Sjoukje >> |