1 |
reis
|
2 |
reisReis, Reize, v. (reizen), het gaan of trekken van de eene plaats naar de andere, het afleggen van zekeren afstand, togt; overvaart; op - gaan, op - zijn; zich op - begeven, bevinden; de - aannemen, aa [..]
|
3 |
reisOrigin: Israel Meaning: giant
|
4 |
reisReis is een Hebreeuwse jongensnaam en betekent "reus".
|
5 |
reisglobaal van tevoren vastgestelde vaart naar één of meer havens, meestal met inbegrip van de terugtocht naar de thuishaven.
|
6 |
reismaal, keer [ook: reijs].
|
7 |
reisExcursie, Oversteek, Overtocht, Overvaart, Passage, piezierreisje, Reisje, Rit, Trip, Uitstapje
|
8 |
reisEen reis is een vrijwillige verplaatsing van een of meer personen van een bepaalde locatie naar een ander locatie. Een persoon die op reis is, noemt men een reiziger.
Een reis kan worden gemaakt vanui [..]
|
9 |
reisReis kan verwijzen naar:
Reis, verplaatsen van personen
De volgende personen dragen de naam Reis:
António dos Reis Rodrigues (1918–2009), Portugees bisschop
Jonathan Reis (1989), Braziliaans voetballe [..]
|
10 |
reisEen reis is een vrijwillige verplaatsing van een of meer personen van een bepaalde locatie naar een ander locatie. Een persoon die op reis is, noemt men een reiziger.
Een reis kan worden gemaakt vanui [..]
|
11 |
reis tocht van de ene plaats naar de andere Voorbeeld: onze r [..]
|
<< reeuwen | Reeve >> |