1 |
overeenOvereen, bijw. over -, op elkander; eens, eensgezind. *-BRENGEN, bw. onr. doen overeenstemmen, het verschil wegnemen. *-KOMEN, ow. onr. het eens zijn of worden, afspreken; gelijk zijn aan; geschikt -, [..]
|
<< overdaad | overhaal >> |