1 |
lijk
|
2 |
lijk lichaam van een dode Voorbeeld: na de aanval lagen overa [..]
|
3 |
lijkeen persoon waarvan is geconstateerd dat hij/zij niet meer in leven is.
|
4 |
lijkaan de zomen van het zeil bevestigd touw ter versteviging daarvan, onderscheiden in het boven- of ralijk, het onderlijk en de twee staande lijken.
|
5 |
lijkzoomtouw of boordsel van een zeil. `Uit de lijken geslagen' = uit het boordsel gescheurd. Het woord lijk - Engels leech - is overgenomen van het Spaanse liga = band.
|
6 |
lijkLijk kan zijn:
Het kadaver van een mens of dier
De omboording van de rand van een zeil
|
7 |
lijkRand van het zeil, op de Kogge bestaand uit een touw waartegen de rand van het zeil is genaaid. Elk zeil heeft een bovenlijk
|
8 |
lijkLijk, o. (-en), dood ligchaam van eenen mensch. *-, (-en), (zeew.) touw om een zeil vastgenaaid; geraamte van een schip, karkas; (fig.) hij is geheel uit de -en geslagen, geheel bedremmeld, verlegen. [..]
|
<< lichtsnelheid | lichtsterkte >> |