1 |
kollenKollen, bw. gel. (ik kolde, heb gekold), een (rund) beest met eenen moker voor den kop slaan alvorens het te dooden, op kol rijden, heksen. *-RIJDER, m. (-s), toovenaar. *-RIJDSTER, v. (-s), tooverhek [..]
|
2 |
kollenmeervoud van het zelfstandig naamwoord kol
|
<< kostenberekening | korfbal >> |