1 |
knorKnor, m. (-ren). *-BEEN, o. (-ders, -deren), kraakbeen. *-ACHTIG, bn. (-er, -st), knorrig. *-HAAN, m. (...anen), zek. visch, zeehaan. *-PELHUID, v. gmv. (ontl.) kraakbeenhuid. *-REN, ow. gel. (ik knor [..]
|
2 |
knorals in: ‘Ik heb knor. Laten we wat gaan eten.’ Niet verwarren met knorren
|
3 |
knorKent Niet Onze Regels Geldt overigens niet voor alle Corpora. Er zijn ook andere kwalificaties.
|
<< knipperlichtrelatie | knorrepos >> |