1 |
kluwenKluwen, o. (-s), opgewonden bol (van garen, bindtouw enz.); een - katoen; het zit alles in één - (of kloen); hoe zal dat - (die verwarde zaak) nog afloopen. *-EN, bw. gel. (ik kluwende, heb gekluwend) [..]
|
2 |
kluwenlos om zichzelf opgewonden hoeveelheid wol, garen enz
Ik heb nog een kluwen rode wol, daarmee komt de trui wel af.
|
3 |
kluwentot een opgewonden touw of draad bijv. een kluwen touw een kluwen touw
|
<< klokbekercultuur | klokhuis >> |