Interoperabiliteit betekent in het algemeen dat systemen (of apparatuur) in staat zijn tot onderlinge uitwisseling of/en communicatie. De systemen kunnen m.a.w. ‘praten met elkaar’ en zijn in zekere zin ‘compatibel’. Om interoperabiliteit te bereiken zijn standaarden, protocollen en procedures erg belangrijk.

een allesomvattende benadering tot gegevens- en systeemintegratie de mogelijkheid om communicatie tussen twee operators op te zetten

mogelijkheid van verschillende autonome, heterogene eenheden, systemen of partijen om met elkaar te communiceren en interacteren.

De kwaliteit die twee of meer (digitale) informatiesystemen of onderdelen daarvan in staat stelt informatie uit te wisselen en te verwerken zonder menselijke tussenkomst.

Het vermogen van (informatie)systemen om op elektronische wijze gegevens en informatie te kunnen uitwisselen binnen en tussen organisaties

Het geheel (het raamwerk, het stelstel) van afspraken om op elk niveau gegevens uit te kunnen wisselen en processen op elkaar af te kunnen stemmen met het oog op samenwerking.

Interoperabiliteit is de mogelijkheid van verschillende autonome, heterogene systemen, apparaten of andere eenheden (bijvoorbeeld organisaties of landen) om met elkaar te communiceren en interacteren. [..]

Het vermogen van een softwareproduct om met één of meerdere gespecificeerde componenten of systemen in wisselwerking te treden. [Naar ISO 9126].