1 |
immerbijwoord - elke keer weer Voorbeeld: het is immer hetzelf [..]
|
2 |
immeriemand die gebruikt maakt van Instant Messaging, heet een Immer
|
3 |
immerImmer, *-MEER, bijw. ooit, altoos, altijd; telkens, steeds, aanhoudend; van dag tot dag; door alle tijden heen. *-s, bijw. en vw. in waarheid, zeker, zekerlijk, trouwens.
|
4 |
immerImmer is een Hebreeuwse jongensnaam en betekent "zeggen het spreken van een lam".
|
<< Immense | immers >> |