1 |
fonkelenregelmatig werkwoord - felle lichtjes uitstralen die bewegen [..]
|
2 |
fonkelenFonkelen, ow. gel. (ik fonkelde, heb gefonkeld), schitteren, blinken; zijne oogen fonkelden van vreugde. *...ING. v. het fonkelen. *...NIEUW, bn. geheel nieuw, pas van de naald.
|
<< fosfor | fonogram >> |