1 |
2
1
folium
kleurstof
Folium
In de middeleeuwen werd een kleurstof gebruikt om tekeningen in boeken te kleuren. Deze kleurstof werd en wordt in bijvoorbeeld het Duitse taalgebied "Folium" genoemd.Het is de kleurstof bereid uit het blad van de Chrozophora tinctoria, dat ook wordt geschreven als Crozophora.De bladeren werden met wijn uitgeloogd en het extract werd gedroogd door het in een lapje op te nemen en het water te laten verdampen.Chrozophora tinctoria is een plant die groeit rond de Middellandse Zee en behoort tot de Euphorbiaceae (Wolfsmelk).In het Frans heet deze plant maurelle en werd ook “le tournisol” genoemd.In het Engels kent de plant ook verschillende namen zoals “turnesole”, dyer’s-croton, croton tinctorum, morella, worina of giradol.En in het Duits Lackmuskraut of Krebskraut.¹Lakmoeskruid is dus niet een ander woord voor het lakmoes, dat nu als indicator wordt gebruikt, dat is namelijk het extract van de Rocella phycolepsis².De plant, die dus in het Frans “le tournisol” wordt genoemd, is niet dezelfde plant welke nu in het Frans “tournesol” heet, want dat is de zonnebloem.Het extract van de Chrozophora tinctoria is roodbruin en kleurt onder invloed van de lucht blauw. Om hieruit de violette kleurstof te maken (folium purpureum) wordt aan het sap doorgegloeide as en urine toegevoegd; de urine zorgt voor het licht basisch milieu.Wordt er daarna ongebluste kalk toegevoegd dan ontstaat er een blauwviolette kleur (folium saphireum).³Omdat de kleur niet stabiel is in een extract wordt hij in een doekje opgenomen en gedroogd.Heeft men dan de kleurstof nodig dan kan men het doekje in water leggen en zo gebruiken.De kleurstof wordt dan met een bindmiddel gebonden om een verwerkbare consistentie te hebben.Als bindmiddel kan o.a. eitempera of steurlijm gebruikt worden.Folium is zeer lazurend daarom schreef Theophilus Presbyter (1070-1125) een Duitse Benedictijner monnik “Men moet de kleurstof eerst dun opbrengen daarna dikker en indien nodig een derde keer”.De techniek om in doekjes een kleurstof vast te houden werd ook met het sap van o.a. de blauwe bosbes, de rode vossebes, cochenille, kermes en roodhout toegepast.De kleurstof uit het roodhout schijnt gelijk te zijn aan de kleurstof uit Chrocophora tinctoria. 4Als er in de Middeleeuwen over lakmoes gesproken wordt is het, naar alle waarschijnlijkheid, het lakmoeskruid ofwel Chrozophora tinctoria en niet het lakmoes uit het korstmos.
Deze veronderstelling is mede gebaseerd op het feit dat in diverse talen, zoals het Nederlands, Frans, Italiaans en Portugees vertalingen bestaan van “lakmoes” als tournesol, tournasole of tournassol , naast een woord dat afgeleid is van lakmoes.
In de Lage Landen zal de naam lakmoeskruid gebruikt kunnen zijn voor de Chrozophora tinctoria in plaats van de naam folium want die naam is nergens terug te vinden. Ook niet in de werken van de gebroeders van Limburg.
Maar omdat de naam “folium” voor deze kleurstof in de rest van Europa wel bekend is stelt de auteur voor deze naam toch voor deze kleurstof te gaan gebruiken in de Nederlandse literatuur, omdat het dan duidelijk is welke kleurstof gebruikt wordt.Hij moet dan omschreven worden als “kleurstof uit het blad van de Chrozophora tinctoria”Ook het woord "kleurdoekje" zou dan aan onze taal toegevoegd kunnen worden, wat dan als betekenis heeft: “een doekje gedrenkt in een kleuroplossing en daarna gedroogd, omdat de kleurstof in oplossing niet stabiel is”.De Duitse woorden “Tournesol-Läppchen” en “Folium Tüchlein” moeten dan vertaald worden met “folium doekje”.Het woord “Färbelläppchen” zou dan in het Nederlands “kleurdoekje” zijn, dus niet alleen beperkt tot de kleurstof folium.
Het begrip “folium” komt op internet eenmaal voor in een encyclopedie, die niet nader is beschreven, echter wordt daar de kleur aangeduid als kleur uit de zonnebloem, daarbij is kennelijk “tournesol” verkeerd vertaald.
Het schijnt dat kaasmakers ook folium gebruikt hebben om te kijken of de kaas rijp was, de kleur veranderde dan van blauw naar rood.
Verder blijkt er bij verschillende auteurs onduidelijkheid te bestaan over de naamgeving.Zo wordt folium purpureum, de violette, genoemd als eerste extract³ en Theophilus als eerst gewonnen extract folium saphireum, dus de blauwe variant
¹ Dict. Rehm National Germplasm Resources Laboratory, Beltsville, Maryland² Ploss 1962, Daems 198³ Abhandlung des Mysterium Scribendi.4 Auskunftsbuch für die Chemische Industrie, H. Blücher, Walter de Gruyter & Co, Berlijn
|