1 |
dichtbijvoeglijk naamwoord - je kunt er niet bij of in of door
|
2 |
dichtDicht, o. gmv. gedicht. *-ADER, v. gmv. aanleg tot -, gemakkelijkheid in het dichten. *-EN, ow. en bw. (ik dichtte, heb gedicht), verzen maken; (iets) in dichtmaat behandelen; uitdenken, verzinnen. *- [..]
|
3 |
dicht
|
4 |
dichtAfgesloten, Gesloten, Toe; Compact, Consistent, dik, Massief, Ondoordringbaar, Solide, Solied, Vol; Verstopt; Dichtbij, Na; Dichtstuk, Dichtwerk, Gedicht, Poeem, Poema, Rijm
|
<< dichromasie | dichtbij >> |