1 |
beulenhard werken; zwoegen
|
2 |
beulenmeervoud van het zelfstandig naamwoord beul
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beulen
beulde
gebeuld
zwak -d
volledig
|
3 |
beulen(engels: executioners) Beambten die de doodstraf uitvoeren bij het naleven van een rechtsgeldige machtiging.
|
<< Beulah | besmeren >> |