1 |
benadelen ( overgankelijk ) iemand of iets nadeel toebrengen, iemand of iets schade toebrengen
De moeder wilde niemand benadelen , dus gaf zij iedereen een gelijk aantal snoepjes.
|
2 |
benadelenregelmatig werkwoord - nadeel bezorgen Voorbeeld: hij voe [..]
|
<< Bena | beredderen >> |