1 |
atheïstiemand die niet in het bestaan van een god of goden gelooft
|
2 |
atheïstLet op: Spelling van 1858 ongodist, godloochenaar. Atheïsterij, godverzaking. Atheïstisch, godloochenend, ongodistisch, goddeloos
|
3 |
atheïstzie athée
|
4 |
atheïstIemand die gelooft dat er geen God is. (F.A.S.)
|
5 |
atheïstzie athée
|
6 |
atheïstzie athée
|
7 |
atheïst1. Een halve intellectueel die zijn domheid probeert te compenseren door fanatiek het rationalisme te propageren. 2. Een goedaardig mens die geen boeman nodig heeft om zich te gedragen.
|
<< beleynen | Delibererende klassenraad >> |