1 |
abortereneen miskraam hebben; een miskraam opwekken.
|
2 |
aborterenHet opwekken van een miskraam
|
3 |
aborteren ( overgankelijk ) een foetus weghalen
Zij liet zich na dat nieuws meteen aborteren .
|
4 |
aborterenLet op: Spelling van 1858 ontijdig baren. Abortus, Lat., miskraam, misgeboorte. Abortief, ontijdig gebaard; dat ontijdig doet baren
|
<< abort | abortief >> |