1 |
Kootwordt een vrolijke bloemenhandelaar mee omschreven. bekent van het langs de deur gaan van bloemenwinkels om op ludieke wijze zijn bloemen te slijten.
|
2 |
KootKoot, v. (koten), hielbeen van een varken of rund (waarmede de kinderen spelen), bikkeltje; paardehiel; schipperskooi; kot (verblijf) van den stuurman eener haringbuis); (fig.) vast op zijne koten (in [..]
|
<< Koob | Kootje >> |