1 |
Coachen ( overgankelijk ) ( sport ) instructies en leiding geven aan een sportteam of sporter
Deze finale coacht hij zijn laatste wedstrijd.
|
2 |
Coachenww. 1 begeleiden; opleiden, ondersteunen; 2 (aan)sturen, geleiden; 3 [van een sportploeg]
|
<< coach | coaching >> |