gesmoord (niet gestoord) vlees,meestal wordt hier wild voor gebruikt zoals haas, Reebout of wild konijn

Civet, v. zekere muskusachtige zelfstandigheid. *-KAT, v. (-ten), muskuskat.

zoogdier in Afrika, Zuid-Europa en Zuid-Azië dat op een kat lijkt, met een gevlekte of gestreepte vacht, een lange, behaarde staart en een kleine tot middelgrote gestalte Sommige soorten hebben geurklieren in de lies waarvan de afscheiding gebruikt wordt in parfums en in de farmaceutische industrie.

Ragout, meestal van haarwild, dat in dikke stukken werd gesneden.

gestoorde vleessoort

welriekende vetstof van civetkat, een boterachtige substantie, van grijswit tot donkerbruin. Afkomstig uit Afrika en Brazilië; de laatste was de beste. Men sloot de civetkatten op en irriteerde ze zo, dat hun lichaam met schuim bedekt werd. Deze welriekende afscheiding was de civet. Later vooral verdrongen door muskus. Het woord - civette Frans, zi [..]